KoudeCentraal.nl is hét onafhankelijke platform voor professionals, bedrijven en jonge talenten die onze sector verder willen brengen. We slaan de brug tussen wetenschap, bedrijfsleven en techniek – voor een innovatieve en duurzame toekomst!
Onderkoeling en oververhitting, misschien wel de belangrijkste termen in de koudetechniek.
Het woordenboek noch
Wikipedia verklaren deze termen op de manier waarop ze in ons vak gekend zijn. Hoe zit het ook alweer en waarom zijn deze zo belangrijk?
Tijdens het Koudecongres 2025 kwamen experts uit binnen- en buitenland samen om hun visie te delen op de toekomst van koude, warmte en energiebeheer.
Omdat er steeds meer koolwaterstoffen en brandbare koudemiddelen worden gebruikt in nieuwe koudesystemen komen we ook waarden tegen die invloed hebben op het werken met de genoemde koudemiddelen. Er wordt gesproken als we het in de propaan sferen houden over een LEL- waarde van 10% maar wat betekent dit nu? Om dit overzichtelijk te houden leggen we dit op een andere manier uit.
Temperature glide is het temperatuurverschil tussen het begin- en eindpunt van faseovergang bij zeotropische koudemiddelen, zoals R-407C of R-455A. Waar pure stoffen bij constante temperatuur condenseren of verdampen, doen zeotropen dit over een traject – typisch 3 tot 7 Kelvin.
De spontane verdamping van een deel van het koudemiddel direct na expansie door drukval, zonder opname van externe warmte.
Omdat er steeds meer koolwaterstoffen en brandbare koudemiddelen worden gebruikt in nieuwe koudesystemen komen we ook waarden tegen die invloed hebben op het werken met de genoemde koudemiddelen. Er wordt gesproken als we het in de propaan sferen houden over een LEL- waarde van 10% maar wat betekent dit nu? Om dit overzichtelijk te houden leggen we dit op een andere manier uit.
Wat is liquid hammer, hoe ontstaat het en waarom kan het schade veroorzaken aan leidingen en componenten in koelinstallaties? Een veelvoorkomend verschijnsel, met serieuze gevolgen.
Temperature glide is het temperatuurverschil tussen het begin- en eindpunt van faseovergang bij zeotropische koudemiddelen, zoals R-407C of R-455A. Waar pure stoffen bij constante temperatuur condenseren of verdampen, doen zeotropen dit over een traject – typisch 3 tot 7 Kelvin.
Hier worden een aantal formules gegeven om de compressor, condensorcapaciteit, drukverhouding e.d. te berekenen voor kleine en middelgrote koudesystemen.
De spontane verdamping van een deel van het koudemiddel direct na expansie door drukval, zonder opname van externe warmte.
